vrijdag 12 november 2021

 Dag 3: naar Estalaya  [23 km - 660↑ - 560↓ - 6u45 ]

 'Morgen is het restaurant open om 8u', had de hoteleigenaar gezegd, maar dat blijkt een rekbaar begrip. We bellen de eigenaar uit zijn bed, maar uiteindelijk is het zijn mama die open doet. Ze serveert koffie met koekjes. We vragen brood en toespijs. Er is droog brood; ook boter (een pak van 1kg); een verse pot confituur; fruitsap. Willem vraagt nog: 'Que indican los previsiones meteorológicas hoy en dia?' Mama fronst verbaasd: 'Qué?'.  'Welk weer vandaag?' begrijpt zij dan weer wel. 'Ze zeggen dat het gaat regenen, maar geloof ze niet! De hele zomer geen drup regen gezien!'. Na de tweede 'café con leche' stroomt er genoeg kracht door onze benen om op stap te gaan.

Tegenover ons logement ligt de 'ermita de San Roque', een mooi Romaans kapelletje. We volgen de 'senda de La Pedrosa'. Het bos bestaat uit honderd jaar oude eiken, beuken, hazelnoten, berken, wilgen. Langs het pad ligt een ter plaatse uitgehakte, gebarsten molensteen, hier moet dus een groeve geweest zijn. We dalen af naar Barruela de Santullan (1050m) om broodjes en hesp te kopen voor onze lunch. 

We klimmen uit het dal van de río Rubagon. Bij een klein groepje huizen ontmoeten we een vrouw die vraagt waar we vandaan komen. “Aha, België! Mijn vader die hier vroeger in de steenkoolmijnen werkte, ging in de Belgische mijnen werken in de jaren ’60. Tijdens de Spaanse burgeroorlog waren de meeste mijnwerkers hier socialistisch en die werden geviseerd door de fascisten. Toen de grond onder hun voeten te heet werd, moesten ze onderduiken en elders werk vinden, o.a. in België”.

Het grindpad dat ons omhoog leidt was vroeger wellicht de weg langs waar de steenkool werd vervoerd. We klimmen stap voor stap. We passeren de kantoren van de mijningenieurs en de mijnschacht en -toren.

Een groot infobord vertelt ons over de Pozo Calero mijn. Er wordt steenkool (cal) gewonnen uit een smalle verticale laag. Aanvankelijk werd aan de oppervlakte gegraven, maar in 1910 moest men via een put dieper en in gangen graven. In 1914 werden de toegangsput en de ventilatieschacht tot 340m diepte afgewerkt en kon de verdere exploitatie starten. Maar WO I zorgde ervoor dat de machinerie voor het verdere vervoer van de steenkool niet geleverd kon worden. Pas in 1920 kwam de exploitatie weer van de grond. In de jaren dertig zorgden de sociale conflicten en de Spaanse burgeroorlog voor een terugval in de productie. Wanneer in 1965 de spoorlijnen geëlektrificeerd worden beslist het spoorwegbedrijf haar mijnen te verkopen. HUBASA koopt deze mijn, maar stopt alweer in 1972. In 1994 herbegint de productie en in 1996 halen ca. 100 arbeidskrachten in totaal 60.000 ton steenkool boven. In 2002 wordt de mijn voor een tweede maal, en nu definitief, gesloten.

In de bossen rondom klinken de koebellen luid. Naarmate we hoger klimmen wordt het uitzicht  grootser. We stijgen tot net onder het wolkendek en voelen motregen. Tenslotte bereiken we het hoogste punt op de Cueto Morales (1650m). Het uitzicht op de volgende vallei is prachtig. We zien voor het eerst héél ver de Picos de Europa boven de omliggende heuvels verschijnen. Deze 'Picos de Europa' is wat de Amerikareizigers, bij het zeilen naar Europa, het eerst zagen aan de horizon. We stappen verder door een ruig landschap met weidse uitzichten en 'ganado soltero' of loslopend vee. Hier valt verder ‘geen kat’ te bekennen. 

We dalen af tot Herreruela de Castillería, een vereenzaamd boerendorp, waar we volgens plan op zoek gaan naar een auto die ons 6km verder naar Estalaya zou kunnen voeren. Er staan alleen tractoren en heftrucks. Een oude vrouw zegt dat de mensen allemaal op hun velden aan het werk zijn. Twee mannen in een terreinwagen aanhoren onze smeekbede maar helaas: 'We rijden naar het land, we moeten werken'. Dan richt Willem voor de derde keer dezelfde smeekbede tot een gezin van drie generaties op een terras boven ons. De jonge man voert het woord maar antwoordt niet op de vraag voor een lift.'Trek in een biertje?' 'Graag!' Wat een zalig gevoel om die rugzak op de grond te kunnen zetten. We babbelen over onze tocht, ook oma komt erbij staan. Tenslotte zegt de jongeman: 'Stap maar in!'. Met opa en kleinzoon mee achterin zoeven we voorbij de Romaanse kerk in San Felices de Castillería naar ons doel voor vandaag.

In hostal Oceano Verde in Estalaya worden we heel hartelijk ontvangen door de sympathieke eigenaar José-Luis.  Hij kwam van enkele dorpen verder om speciaal alleen voor ons zijn herberg te openen. Alles voor de stappers, de 'caminantes'. JL is een boerenzoon en een motorfan. Zijn zoon is mecanicien bij een Spaans topteam dat deelneemt aan internationale motorraces. De avond is stil en eenzaam, in onze droom houdt de bruine beer de wacht over ons.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

 Bienvenidos a nuestro blog sobre el GR1 'Sendero Historico' en las provincias de Palencia y León. Caminamos de Reinosa (en Cantabri...