Dag 5: naar La Lastra (bij Triollo) [22 km - 540↑ - 110↓ - 7u30]
Willem had een slechte nacht, hij is veel wakker
geweest... De stress? ... We maken de rugzakken klaar en gaan om 8 uur
ontbijten in het kleine salon beneden. Het ontbijt staat voor ons klaar, we
moeten alleen zelf koffie maken en de broodjes toasten. Daarna gaan we inkopen
doen voor onze lunch. De deur van een voedingswinkel staat open voor de
aanvulling van de voorraden: 'Cerrado!' roept de man als Willem binnenstapt:
'Ik heb honger!'. Maar de groenteboer is niet te vermurwen. Het is inmiddels 9u
en de supermarkt er rechtover gaat open, dat was niets te vroeg.
Na een toerke rond de gesloten kerk van Cervera
beginnen we langs het kerkhof te stijgen in zuidwestelijke richting. De mist
hangt laag over de heuvels. We ontmoeten een hond, maar hij laat zich niet
benaderen voor een streling en rent weg. Vreemd hoe een dode mol op ons pad
blijkt te liggen: komt de mol altijd bovengronds sterven? Na enkele kilometers
komen we aan in Ruesga, waar het kerkje 'Santos Justo y Pastor' onze
aandacht trekt. Binnenin zouden Romeinse funeraire stèles in de muren ingewerkt
zijn. Helaas gesloten, zoals bijna alle kerkjes in de dorpen.
Iets verder ligt de Embalse de Ruesga, het
grillig gevormde stuwmeer op de río Rivera dat als waterreservoir is aangelegd.
Het is een wondermooie plek, met heuvels die zich spiegelen in het watervlak.
De gigantische, opdringerige 'parador' op de heuvelkam kijkt neer over dit
idyllische meer. We volgen het meer aan de zuidkant, langs rietkragen en
bemoste oeverpaadjes, tot in Ventanilla. We zien onderweg een karekiet
in het riet heen en weer vliegen.
De GR1 volgt de río Rivera verder tot San Martin
de los Herreros. Het parcours is tamelijk vlak. Er zijn veel graasvlakten
voor vee die met schrikdraad zijn afgebakend. Die wordt gevoed door een
batterij met zonnecellen. Daarna gaat het steeds hogerop langs het riviertje,
tot Rebanal de las Llantas. Hoe dichter bij de bron van deze 'arroyo'
hoe meer monnikskap er verschijnt. Het geslacht 'aconitum' telt wel vierhonderd
soorten, dus spreken we ons niet uit over welke soort hier zo massaal ons
gemoed opfleurt.
Hoe hoger, hoe weidser het land wordt. Als we puffend
op de Mirador Alta de la Varga staan, lijkt het of we op een drone zitten: van
de ene 'peña' (kam) naar de andere trekt de horizon oogstrelende vrouwelijke
curves. Wat een heerlijk uitzicht !
Het uitkijkpunt vormt de waterscheidingslijn tussen
de vallei van de río Carrión in het westen en de vallei van de río Pisuerga
naar het oosten. De río Carrión ontspringt in het natuurpark van Fuentes
Carrionas, een glaciale lagune bij de grens tussen Cantabrië en Palencia.
Op dit uitkijkpunt wacht ik tot Marie-Angel mij met
haar taxi ophaalt. Willem wil wel nog wat wandelen... tot het volgende dorp La
Lastra, waar de taxi hem oppikt en ons beiden naar Cardaño voert aan de
overzijde van de Embalse de Camporredondo. Onze chauffeur praat de hele tijd in
krakkemikkig Frans over de klimaatverandering, want het meer staat
uitzonderlijk laag, en over andere hete hangijzers.
Een heerlijk avondmaal in Albergue El Caserón kan
ons deze bijzonder zware stapdag snel doen vergeten, en we dromen voor het
eerst niet vannacht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten