zaterdag 13 november 2021

 Dag 8: Prioro naar Las Salas (20 km - 570m ↑ - 610m ↓- 7u)

We zijn pas de hoek van de herberg om, of we stappen over de río Cea bij zijn samenvloeiing met de veel kleinere río Replenedo, die de 'Valle de los Jubilados' vormt. Iemand spande een touw hoog over de aardeweg met een gordijn van blauwe plastic linten, om auto's af te schrikken of eerder de koeien?  In het kortgevreten grasland priemen ontelbare herfsttijlozen hun zes smalle mauve kroonbladen omhoog.  Voor het vee is de plant giftig, dus kan zij hier welig tieren. Dan verdwijnen we onder het dichte bladerdek van stokoude eikenbomen om even later uit te hijgen op de Collado del Corral de los Lobos. Verwonderd stappen we rond de 'chorco': een hoog houten staketsel in V-vorm op een helling, met beneden aan de punt een 3m diepe, ronde stenen put, waar de wolf na een klopjacht wordt gedwongen in te springen, een zekere dood tegemoet.

In de afdaling naar het dorp Tejerina slaan we een praatje met een wandelaar die met een takje zwaait, helaas kan hij onze vragen over de diverse eikensoorten niet beantwoorden. In het dorp staan de afvalcontainers onder een gesloten afdak, om de vossen en de beren niet te lokken. Hogerop vinden we beelden ter ere van de transhumance: de zittende herder en de liggende 'mastin', de hond, en het merinoschaap. De Arabieren introduceerden het ras in Spanje, sinds de 16de eeuw verspreidt het zich verder over Europa. Nu is het merinoschaap het meest verspreide ras ter wereld, vooral geapprecieerd om de kwaliteit van zijn wol. De sculpturen staan in een tuintje naast een klaterend beekje en ontroeren in hun naïeve eenvoud. 

Achter onze rugzak verdwijnt Tejerina, dat op 1250 m ligt, en we richten de blik opwaarts naar de Collado de Tejerina op 1580 m. Rondom steekt de ene 'pico' naast de andere zijn kale rotspunt in de lucht, in dit overdonderende natuurpark Montaña de Riaño y Mampodre, dat pas in 2019 van het Nationaal Park Picos de Europa werd afgesplitst. Samen vormen zij de grootste kalksteen­formatie in West-Europa met zeer duidelijke glaciale erosie in de diepe valleien.

We houden even halt voor een praatje met de eerste en enige echte GR1-wandelaar die we op 10 dagen ontmoet hebben. Hij gebruikt de Cicerone-gids van John Hayes als leidraad, een stafkaart vindt hij niet nodig. Hij zegt dat de klim die voor ons ligt een makkie is maar we geloven hem niet. Het wordt een stap-voor-stap martelgang en Jo verliest ook nog de pet die aan zijn rugzak hing: dan maar de bandana op de kalende schedel geschoven. Tot op de col zien we diep en ver Tejerina liggen, en aan de overzijde na een paar bochten ligt al even diep en ver het volgende dorp Remolina.

Was het stijgen nog door natte ruigte met laag struikgewas, dan verdwijnen we nu bij het dalen in een prachtig oud eikenbos. Om de knieën te sparen is het bergaf voetje voor voetje, net als bergop. Zo kom je aan het einde van de dag aan amper 2,6 km gemiddeld op één uur, en mag je elke ochtend bij het ontbijt ontstekingsremmers nemen.

In Remolina zit Jo tegen een gevel uit te rusten terwijl ik aan de fontein de Platypus ga vullen. De vrouw die voor haar deur staat, vraagt of ik geen tasje koffie wil: 'Dat ga ik even vragen aan mijn kompaan om de hoek'. Meteen daarna zitten we in de schaduw van een afdakje in gezelschap van Marisol, die voor haar moeder in de rolstoel zorgt, terwijl haar man en zoon op de motoculteur springen om in het bos eikenhout te gaan sprokkelen en kappen. Marisol bevestigt dat hier in de buurt een kolonie vale gieren nestelt. Boven ons cirkelen ze met wel 25. Zij vertelt dat in deze bergdorpen slechts een vijftal huizen het jaar door bewoond zijn, want de meeste mensen overzomeren hier en trekken zich 's winters terug in grote steden zoals Valladolid, León of Palencia.

We verlaten het dorp over het asfalt langsheen de río Remolina, tot waar die bij het stuwmeer van Riaño in de grote río Esla stroomt die naar de Duero afvloeit. De GR 1 valt hier even samen met een variante van de Camino Vadiniense, de naam van een Keltiberische stam in deze regio. Op een paneel langs de Esla lezen we in een gedicht over Vadinia: "De herfst zegt mij: 'zet een grens aan je vermoeidheid zodat de sneeuw je niet hulpeloos vindt', en toen wikkelde ik mezelf in met het woord vriend".

Bij Las Salas steken we de río Esla over en strompelen we onze laatste kilometers over de carretera tot aan het hotel Vegalion, waar Natalia ons haar dramatisch levensverhaal vertelt en ons snel-snel een heerlijk avondmaal voorschotelt, helaas veel te veel om alles te kunnen verorberen. Het was van alles teveel vandaag, dus vroeg onder de veren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

 Bienvenidos a nuestro blog sobre el GR1 'Sendero Historico' en las provincias de Palencia y León. Caminamos de Reinosa (en Cantabri...