Dag 9: Las Salas naar Acebedo (24,5 km - 595m↑ - 425m↓- 8u)
Het ontbijt strooit frisse gedachten door het hoofd: 'Laten we de GR1 van Las Salas naar Salamón schrappen, dan hoeven we niet over de Collado de Pando'. Geen protest tegen dit voorstel om de heel lange dagtocht wat in te korten. We volgen aan Hotel Vegalion de asfaltweg naast de río Dueñas. Die heeft een diep kloofdal uitgeslepen: de hoge rotswanden beletten het zonlicht tot het kletterende beekje door te dringen. Een waterspreeuw schiet als een schicht over het bruisende water.
In Salamón lezen we aan het Ecomuseum over de merinowol: 'Ga naar museosvivos.com, stuur ons je emailadres en ontvang de code waarmee je de deur kan openen'. Hoe torenhoog ook het vertrouwen in potentiële bezoekers, toch zetten wij de tocht onverdroten verder. In de wegberm graast een donkergrijze koe met lange scherpe horens, een heel ander ras dan de lichtbruine koeien die we overal op de tocht zien.
Aan de overzijde stapt ons een oude vrouw tegemoet en ik spreek haar aan. Josefa vertelt enthousiast over haar dagelijkse wandeling van 5 km. Ik schat haar 84 jaar maar dat blijken er 10 meer te zijn. Zónder wandelstok! Verrukt als ze is om iemand te ontmoeten, kan ze niet stoppen met praten. Ze raadt ons aan om verderop zeker even af te slaan naar haar geboortedorp en vooral een bezoek te brengen aan haar dochter, in dat huis dat in de stijgers staat. Ciguera is een straatdorp in een weids amfitheater van majestueuze bergen. Dorpsgenoten die over de oceaan flink verdiend hadden, sponsorden begin 20ste eeuw de bouw van een mooi neoromaans kerkje. Nog meer bezienswaardig voor ons is de 'lavadero' met fontein, om koel bergwater bij te tanken. Waar werkmannen bezig zijn aan een dak ontspint zich een gesprek met Josefa's dochter, en ook de kleinzoon van Josefa komt eraan deelnemen. Hij schuift een folder in mijn handen, waardoor ik veel later op de website beland van de kunstenaar Joseba Sanchez Zabaleta, die tentoonstelt in galerijen van Barcelona, Santander en Madrid tot Toulouse, Amsterdam en Antwerpen. Intussen is ook Josefa terug van haar wandeling en dringt het besef door dat we hier amper nog weg zullen raken.
Het loopt al tegen één uur aan als we Lois binnen wandelen. De lunch nuttigen wij in de schaduw van de 'catedral de la montaña', gebouwd in barokstijl tussen 1755 en '65 met roze kalksteen uit de groeven in de omgeving. Ik ga alleen door de straten dwalen en tref enkele oude 'palacios' aan, maar ook een traditionele 'casa del humo' (rook), met de stengels van rogge als dakbedekking, en een fontein met de originele spreuk: 'Zeg nooit: van dit water zal ik niet drinken. De weg is lang en je kan er dorstig van worden'.
We verlaten het dorp in oostelijke richting door de vallei van het beekje Llorada. Vreemd toch dat alle beken en zelfs kleine sloten aan het einde van de zomer nog steeds stromen, je zou ze poerdroog verwachten. Kuddes koeien en paarden lopen kriskras dooreen, en voor het eerst neemt ook een troep geiten ons in het vizier. De brede aardeweg draait mee met de sloot naar het noorden en blijft gestaag stijgen tussen grazende paarden en koeien. Net vóór de helling steiler wordt nemen we de tweede lunchpauze, om dan te verdwijnen tussen steeds dichter struikgewas en beuken, langs de flanken van de Pico de Mediodía.
Op de Collado de Lois op 1550 m valt de stappas stil onder de aanblik van het adembenemende lijnenspel van bergtoppen en -kammen. De pista leidt ons neerwaarts langs een oude houten 'corral', een omheining als verzamelplaats en triage voor het vee. De Erendia, een zacht kabbelende bergbeek, stroelt tussen bemoste rotsblokken en een kleurrijk tapijt van oeverplanten. Daar komt een ruiter onze kant op. Hij stelt enkele vragen over een kudde paarden die hij mist en die wij inderdaad zijn gepasseerd bij die 'corral'. 'Is er ook een bar in Acebedo, señor?' Als hij bevestigend antwoordt, roep ik naar de wolken:'¡Vamos!'
De hemel trekt dicht en kleurt steeds donkerder. Met versnelde pas naderen we het dorp. Daarnaast is een helling volledig ingenomen door honderden meters houten omheining: dit is werkelijk hét gebied voor de kweek en verhandeling van vee. Isabel opent de deur van haar 'casa rural El Pinar' met als welkomstgeschenk een brede glimlach. Eenmaal geïnstalleerd zakken we af naar de bar voor enkele biertjes in afwachting van het avondmaal. Aan tafel vraag ik Isabel waarom men hier zoveel paarden kweekt. 'Het vlees wordt geëxporteerd naar Duitsland, Nederland, België' zegt zij.
Als zij de varkenslapjes met frieten serveert schieten pijnscheuten door mijn maag: het dagelijks gebruik van ontstekingsremmers voor de knarsende knieën creëert nu een dramatisch neveneffect. Enkel twee yoghourts en een paar tasjes kamillethee mogen nog de maag betreden. De dromen worden bevolkt door veel koeien en paarden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten