Dag 1: Reinosa - Ormas [23
km - 585↑ - 280↓ - 7u15]
De eerste passen van onze tiendaagse GR1-tocht zetten we in Reinosa: via de fontein, dan langs de huizenhoge graffiti-tekening van een vrouwenhoofd, langsheen de marktkramers die hun verkoopwaar uitstallen.
We trekken noordwaarts over een smal pad in dor, strogeel grasland, gevlekt met wat donkergroene struiken en lage bomen, en met hier en daar een herfsttijloos. We ontmoeten twee ezels die op zoek zijn naar het laatste blaadje groen.
De zon klimt naar het zenit. We kiezen een westelijk pad naar het dorp Fontecha. Er is een publieke wasplaats onder afdak en een kerkje.
Langs de kant van de weg verwittigt een bord de automobilisten: 'Pista muy, muy mala', maar voor stappers maakt het weinig verschil. In een drinkbak zwemmen honderden kikkervisjes. Hoog boven ons cirkelen drie vale gieren. Hier en daar doen koeien zich te goed aan het hooi in voederbakken. Koebellen rinkelen. De kaardenbol in de bermen is nagenoeg uitgebloeid. Vanaf het gehucht Camino buigt de weg terug zuidwaarts. In sommige graslanden bloeit de herfsttijloos met honderden: wat een prachtig zicht. We gaan op de buik liggen voor een leuke foto.
Rond 13u komen we aan in Fontibre, bij de bron van de Ebro. Met zijn 930 km is hij de op één na langste rivier van het Iberisch schiereiland. Hij vormt een gigantisch stroombekken met ontelbare zijrivieren: het is de levensader van Noord-Spanje. Daarom is dit een bijzondere plek voor veel Spanjaarden.
Terwijl Spaanse toeristen elkaar
verdringen voor een foto bij de bron lezen wij het infobord: de eerste
verwijzing naar Cantabrië wordt gemaakt in 195 BC door consul Marco Porcio
Cato, die naar Hispania Citerior was gestuurd om de opstanden van de
Keltiberiërs te onderdrukken. Bij zijn terugkeer in Rome verwijst hij naar
Cantabrië en de zuivere en visrijke Ebro in zijn werk 'Origines'.
Na de lunch trekken we hogerop, langs holle wegen over de Alto del Hornero naar Argüeso. Daar zijn aan de gevel van enkele huizen op het eerste verdiep in hout en glas uitgewerkte "veranda's" bevestigd. Plots komt een hond gesprongen uit een gat in de grond en hij laat ons danig schrikken.
Boven het dorp torent de Castillo de San Vincente, de burcht die al van ver zichtbaar was .
Dit kasteel dateert uit de 14de eeuw en is gebouwd om de strijd tussen twee families over de heerschappij over de streek te beslechten. Aanvankelijk had de familie de la Vega de overhand, later de familie Mendoza. Vanop het kasteel kon men ook toezicht houden op de transhumance, de trektocht naar Extremadura langs vaste trajecten met schapen, geiten en runderen, de 'cañada real' genoemd, op zoek naar verse graslanden.
Aan het eind van de dag komen we tot het besluit dat de
GR1 in Cantabrië zeer beperkt is aangeduid, en dan nog met verouderde wegmarkeringen:
zonder gpx-track kan je de GR 1 in Cantabrië niet volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten